Een steentje kan raar rollen

Het ging voorspoedig toen, eind mei 1927. Het was heerlijk voorjaarsweer en het slopen van de kap met wieken op de molen aan de Kaarksteege vorderde gestaag. Het hout dat kon worden hergebruikt werd zuinig bewaard. Het riet en het overige hout ging op de brandbult. De skoelemannen, net uit school, vermaakten zich prima bij de steeds oplaaiende vlammen.

Niet rendabel

De familie Prinsen was vastbesloten om er iets moois van te maken. De molen was al jaren niet meer in gebruik en hun zwager Harm Bakker kreeg hem maar niet verkocht. Het meel    was door elektrisch aangedreven maalderijen goedkoop, te goedkoop om de molen rendabel te kunnen laten draaien.

Geen overeenstemming

Na meerdere gesprekken om behoud van de molen tussen Bakker en de burgemeester kwamen ze niet tot overeenstemming. De gemeente had het geld niet en Bakker wilde niet verder zakken. Ook de Vereniging Hollandsche Molen kreeg het, na vele briefwisselingen in 1925, niet voor elkaar. De taxatie van 400 gulden was te laag om eigenaar te worden.

Nieuwe eigenaren

Tot die verjaardag waarop Jan Prinsen zijn zwager vroeg: “Wat wi’j toch mit die olde meule Aarm?” Harm was van plan om hem af te breken en van de onderdelen een schuur bij zijn nieuwe onderkomen in Balkbrug te bouwen. “Bulte gesleep.” Zei Joost Prinsen, de andere zwager van Harm. “Dan ku’j um beter an oons verkopen.” En zo geschiedde. Jan en Joost werden de nieuwe eigenaren van De Gieterse Koornmeule. Eind mei vielen de wieken en verdween de kap.

Hotel

Met financiële hulp van Het Oversticht werd de molen omgebouwd tot hotel. De trap en de balustrade bovenop zorgden voor een uniek uitzicht. De gasten vermaakten zich prima op deze bijzondere plek, ze hadden zelfs telefoon in de molen. Bestellingen werden doorgegeven aan Jan en vanuit Het Wapen werden de gasten van een natje en een droogje voorzien.

Molenstenen

Eén ding was de broers een blok aan het been, de molenstenen waren te nieuw om zomaar tot puin te slaan. Bij de molen lagen ze in de weg en ze besloten om ze bij de schuur van de hooipers van Joost op te slaan. Daar was plaats en met een hoop zwaar gemartel werden deze tonnen wegende stenen achter het kanaal gebracht. Daar bleven ze jaren onopgemerkt en leken verloren. Ze zakten in de grond weg en niemand gaf meer een stuiver voor de zo goed als nieuwe molenstenen. Totdat er gestraat moest worden bij de familie Elzenaar, die op de plaats van de hooipers hun bedrijf had gevestigd. Henk Vink die altijd al belangstelling had voor ‘ouwe rommel’ en wel een tuintafel kon gebruiken, werd eigenaar en nam de stenen mee naar het Binnenpad.

Met dank aan de familie Vink is De Stichting De Gieterse Koornmeule nu eigenaar en met dank aan Erik Boer zijn de stenen al mooi op weg richting molen, waar we ze hopelijk straks weer kunnen horen knarsen en knerpen.